Paragrafen

Risicomanagement en weerstandsvermogen

In dit deel van de paragraaf is het totaalbeeld opgenomen van de benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit en de daarmee samenhangende weerstandsfactor:

  • de gemeentelijke risico's die gevolgen kunnen hebben voor de financiële positie zijn opnieuw beoordeeld, waar nodig aangepast en aangevuld. Op basis van het nieuwe risicoprofiel is met behulp van statistische berekeningen bepaald wat de omvang van de benodigde weerstandscapaciteit is;
  • de omvang van de reserves, waarvan is afgesproken dat deze de beschikbare weerstandscapaciteit vormen, is bepaald;
  • door de beschikbare weerstandscapaciteit (reserves als buffer) te delen door de benodigde weerstandscapaciteit (risico's) wordt de weerstandsfactor berekend.

Het volgende plaatje illustreert dit:


afbeelding van een weegschaal ter illustratie van de weerstandsfactor met aan de ene kant de risico’s en aan de andere kant de buffers

Hoe hoger de weerstandsfactor is, hoe beter de gemeente in staat is om risico's die zich voordoen op te kunnen vangen. Daalt de weerstandsfactor beneden de 1,0 dan zijn de financiële buffers lager dan het benodigde weerstandsvermogen en kan de gemeente in de financiële problemen komen als de risico's zich voordoen. De afspraken over de hoogte van de weerstandsfactor liggen vast in de financiële verordening:  'Voor een robuuste financiële positie mag de weerstandsfactor niet lager zijn dan 1. Indien de weerstandsfactor lager is dan 1 is aanzuivering van de algemene reserve vereist. Indien de factor hoger is dan 1,4 dan kunnen reserves worden aangewend voor (nieuw) beleid'.
Binnen de gemeente Arnhem kijken we niet alleen naar de weerstandsfactor, maar doen dit in onderlinge samenhang met andere financiële kengetallen. Zo is in het nieuwe coalitieakkoord ook afgesproken dat de gemeente streeft naar een solvabiliteit van 14% met een ondergrens van 10%.
Wanneer er bijvoorbeeld sprake zou zijn van een weerstandsfactor boven de 1,4 en deze ruimte zou worden ingezet voor nieuw beleid, heeft dit namelijk ook een ander effect bijvoorbeeld op de solvabiliteit: het eigen vermogen van de gemeente vermindert en de solvabiliteit verslechtert.

Het totaalbeeld bij deze jaarrekening ziet er als volgt uit:

Benodigd versus beschikbare weerstandscapaciteit

Begroting 2022

JV 2021


Begroting 2023

JV 2022

90%

90%

90%

90%

Bedragen x € 1.000

Benodigde weerstandscapaciteit

1. Gemeentebrede risico's

34.146

33.425

21.727

23.620

2. Corona risico's

2.987

1.609

671

345

3. Risico opvang vluchtelingen Oekraïne

1.806

1.556

Gemeentebrede risico's totaal

37.133

35.034

24.203

25.521

4. Risico's grondexploitatie

13.406

17.428

17.428

18.274

Totaal

50.539

52.462

41.631

43.795

Beschikbare weerstandscapaciteit

1. Algemene reserve

51.600

79.618

37.936

81.963

2. Weerstandscapaciteit Grondbedrijf

16.509

19.171

20.933

15.809

3. Onvoorzien en strikt onvermijdbaar

1.039

889

1.039

1.039

Totaal

69.148

99.678

59.907

98.810

Ruimte t.o.v. weerstandsfactor 1,0

18.609

47.216

18.276

55.015

Ruimte t.o.v. weerstandsfactor 1,4

-1.606

26.231

1.624

37.497

 We vergelijken de weerstandsfactor van onze gemeente ook met de beoordelingstabel van Naris.

Beoordelingstabel weerstandsvermogen

Ratio weerstandsvermogen

Betekenis

A

>2

Uitstekend

B

1,4 < x < 2,0

Ruim voldoende

C

1,0 < x < 1,4

Voldoende

D

0,8 < x < 1,0

Matig

E

0,6 < x < 0,8

Onvoldoende

F

< 0,6

Ruim onvoldoende

De weerstandsfactor komt bij dit jaarverslag uit op 2,3 en bevindt zich in categorie A 'uitstekend'.
Doordat we daarmee volgens onze eigen spelregels in de financiële verordening boven de 1,4 uitkomen, is er geen aanleiding de reserves aan te vullen en zou de ruimte boven de 1,4 in de komende jaren ingezet kunnen worden voor nieuw beleid. Een belangrijk aandachtspunt daarbij is dat dit in samenhang bezien moet worden met de ontwikkeling van de begroting en meerjarenraming: als deze geen structureel sluitend beeld laten zien, dan is het niet gepast om incidentele ruimte in te zetten.
Een belangrijke kanttekening hierbij is wel dat het voorspellen van risico’s en de ontwikkeling daarvan een onzekere aangelegenheid is. We zien een aantal ontwikkelingen die gaan zorgen voor een stijging van het risicoprofiel. Zo zullen bijvoorbeeld  risicobuffers opgenomen moeten worden voor nieuwe grondexploitaties, zoals Kronenburg, Nijmeegse weg en Spoorzone Oost. Dit zal er naar verwachting voor zorgen dat de totale omvang van het risicoprofiel groter wordt. Daardoor zal de weerstandsfactor dalen. Ook economische ontwikkelingen, waaronder een stijgende rente kunnen een extra risico vormen. Het hiervoor aanhouden van noodzakelijke risicobuffers zal kunnen leiden tot een lagere weerstandsfactor. Ten slotte kunnen recente ontwikkelingen rond Oekraïne nieuwe risico’s met zich mee brengen.  

De toelichting op de verschillende onderdelen die de weerstandsfactor bepalen, is opgenomen in volgende onderdelen van dit deel van deze paragraaf.

Deze pagina is gebouwd op 07/24/2023 15:10:39 met de export van 07/24/2023 14:35:24